Waar een klein dorp groot in is…

November 2012, de gymzaal in ons dorp is wederom rigoureus verbouwd tot feestzaal.

Via mijn blog geef ik u een indruk van de vele spannende, leuke en ontroerende momenten die ik beleef tijdens mijn werkzaamheden.

Blog

Waar een klein dorp groot in is…

November 2012, de gymzaal in ons dorp is wederom rigoureus verbouwd tot feestzaal. Het prinsenbal en de tonpraatavonden staan voor de deur, en half Biest-Houtakker is in de weer om het tot een geslaagd feest te maken.

In tegenstelling tot andere jaren, lever ik deze keer nauwelijks een bijdrage. Druk met de ontwikkelingen voor het dorpsplan en een heleboel andere bezigheden maken dat ik me dit keer nauwelijks inspan.

Enige klus die ik heb is het openen van de deur op de vroege zondagochtend voor het sinterklaas comité en het afsluiten van de gymzaal nadat Sint en zijn pieten vertrokken zijn.

Feesten, daar is ons Biests volkje goed in. De prins is bekend, en ik ben blij met de keuze. De derde prins carnaval in ons gezellige stukje straat van 6 huizen. Is het een besmettelijk virus? Dan hou ik die man van mij binnen! Maar zonder gekheid: hij was al eens adjudant en het was de leukste carnaval die we ooit mee hebben gemaakt. Prins Balli is dit jaar degene die de scepter zwaait, en dat is aan hem wel besteed. Toine, zoals hij zonder steek heet, kan het woord wel doen voor de Biest en samen met zijn adjudant Joost zijn ze een mooi stel. En met een kersverse raad van elf, die het overnam van hun voorgangers na jaren trouwe dienst, moet het toch een geslaagd feest gaan worden.

Die gymzaal, die toch al diverse metamorfoses onderging, dankzij deze evenementen, gaat binnenkort flink aangepakt worden. Eind volgend jaar openen we ons nieuwe dorpscentrum, een school met ontmoetingsruimte er aan vast, gebouwd aan de gymzaal. Zodat we opnieuw gezellige feesten kunnen organiseren.

Maar de gymzaal werd eergisteren ingezet voor iets totaal anders dan we gewend zijn. Geen carnaval, geen gymles, geen Sinterklaasfeest, niets van dat al.

En toch een volle zaal. Een zaal die je binnenkwam via het Besoijenpad, vol gezet met lantaarns en theelichtjes. heel veel mensen die in stilte achter elkaar liepen. Elkaar groetend met een knikje, heel even een voorzichtige glimlach op het gezicht, om vervolgens direct weer neutraal verder te kijken. Voetje voor voetje verder via de kleedkamer naar de zaal, waar twee televisieschermen en een geluidsinstallatie klaar stonden en waar de mensen op de klaargezette banken plaats mochten nemen. De banken zaten al snel vol, en het volk dat binnen bleef komen, schoof keurig en rustig door naar achteren en bleef staan, zwijgend en geduldig wachtend op wat komen ging.

Een avondwake, van een dorpsgenoot, een vrouw van 62 jaar, die plotseling overleed. Een echtgenote, een moeder, van twee jonge mensen, die veel van hun vrienden in het dorp hebben wonen. Een oma van twee kleintjes die nog maar nauwelijks beseffen dat ze haar nooit meer zien. Een vriendin, met veel lieve mensen om haar heen uit de Biest. Een vrijwilliger, die ondanks haar eigen beperkingen, mensen die het nodig hadden vooruit hielp. Een dorpsgenoot, die graag gezien was en dat was merkbaar. Een kerk, die te klein was waardoor de gymzaal ook werd ingezet.

En dan zit je op die bank, denkend aan een week geleden, toen we nog zo lachten om de grappen van de zeveravond in deze zelfde zaal. Op diezelfde plek, waar al die zeveraars stonden, komen nu foto’s voorbij van een vrouw waar we afscheid van nemen.

Ik zit op het bankje, waar ik als kind op zat te wachten om aan de ringen te zwaaien. Onzeker en verlegen als ik toen was, als klein meisje. En nu, jaren later, mijn verlegenheid al lang en breed overwonnen en vele levenservaringen rijker.

Er blijven mensen binnenkomen, familie, vrienden, kennissen, collega’s. Maar ook veel mensen uit het dorp, mensen met wie ik vorige week een feestje vierde, en die er nu ook zijn, gewoon omdat ze deze vrouw kenden en omdat zij hier al zo veel jaren woonde. Omdat ze hier klaar stond voor anderen, omdat ze haar kinderen hier op school had, omdat ze…..te veel om op te noemen. Ze was er gewoon, maar eigenlijk ook weer heel onopvallend. Eigenlijk is het enige mooie hieraan, dat deze vrouw, die zich altijd op een bescheiden manier in de schaduw zette, nu volledig in het licht komt te staan.

En nog steeds komen er mensen binnen, en dan begint de dienst. Het afscheid wordt ingezet.

Voor haar man, kinderen en kleinkinderen wordt het nu echt steeds duidelijker; zij moeten het gaan doen zonder haar, en ze vragen zich af hoe ze dat gaan kunnen.

Het is stil op straat in Biest-Houtakker. Het is stil, ook in de volle kerk en volle gymzaal. Wij staan stil, bij iemand die we graag in onze herinnering houden.

We gaan naar huis, en in menig huis wordt een kaarsje gebrand. Een klein gebaar.

Waar een klein dorp groot in is, daar begon ik deze column mee….wat staan verdriet en plezier toch dicht bij elkaar. Misschien is dat wel juist de reden dat het op termijn draaglijk wordt, en vaak zelfs meer dan de moeite waard. Ik staar in het licht van het brandende kaarsje…..

Waar een klein dorp groot in is….maar het zijn de kleine dingen, die het verschil maken.