Van 2015 tot juli 2020 schreef ik columns voor het Brabants Dagblad. Diverse van deze columns zijn terug te lezen op deze website.
Van 2015 tot juli 2020 schreef ik columns voor het Brabants Dagblad. Diverse van deze columns zijn terug te lezen op deze website.
Bij mantelzorgen denk ik aan ouder wordende vaders en moeders. Voor wie je de was en de boodschappen doet, en ondersteunt bij de steeds grote wordende medicijnenpuzzel. Waar je over kunt klagen bij je generatiegenoten. Omdat velen van hen in hetzelfde schuitje zitten. Met hen kun je er zelfs om lachen, zodat deze grote belasting wat draaglijker wordt. Maar er is nog een ander soort mantelzorger, in opmars zelfs.
Ik ken er een. Marlies. Ze is een oude schoolvriendin. Haar grootste wens was een groot gezin. Die wens kwam uit: twee jongens, twee meiden. Prachtige, lieve kinderen. Ze kregen een prima basis mee. Rust, reinheid en regelmaat. Echt iets voor Marlies, deze geweldige moederkloek met een hart van goud. Toch ging het mis met de oudste. Op de middelbare school, ergens in de tweede. Spijbelen, ruzie maken, hij kwam zelfs zijn bed niet meer uit.
Waar het aan lag? Erfelijke aanleg? Verkeerde vrienden? Te véél liefde? Elke dag vraagt ze zich weer af, hoe kon het zo gaan? En vooral: wat deden wij fout?
Hij ging van roken via blowen naar zwaarder spul. Ze kreeg geen contact meer met hem. Tot hij haar wel aan moest kijken, nadat hij tijdens diefstal in de kraag gegrepen werd door de politie. Gelukkig maar, dat ze hem gepakt hebben, dacht ze toen nog. Nu krijgen we hulp, en een nieuwe kans. De hulp bleef uit. Vooral voor haar en haar gezin.
Marlies durft amper de deur nog uit. Ze wil haar zoon niet in steek laten. Maar ontwijkt ook vragen van anderen. Omdat ze zich schaamt voor de antwoorden. Langzaam glijdt het ooit zo aardige joch verder weg van haar, van deze fantastische moeder die de wanhoop nabij is. De naam van Marlies is verzonnen. Haar verhaal helaas niet.