Van 2015 tot juli 2020 schreef ik columns voor het Brabants Dagblad. Diverse van deze columns zijn terug te lezen op deze website.
Van 2015 tot juli 2020 schreef ik columns voor het Brabants Dagblad. Diverse van deze columns zijn terug te lezen op deze website.
De hitte zit binnen. Ik probeer de slaap te vatten, maar krijg geen grip. We zijn tijdens de bouw van ons nieuwe huis tijdelijk verkast van een stille Biestse wijk naar de drukste weg van Hilvarenbeek. Door de warmte houden we het raam aan de Doelenstraat graag open, helaas zitten we dan regelmatig rechtop in bed. Zeker in deze periode, waar landbouwverkeer voor dag en dauw het stokje overneemt van de huiswaarts kerende examenfeestvierders en festivalgangers.
Niet zelden passeren ze elkaar. De dronken fietser en de harde werker onder tijdsdruk. Ik heb sympathie voor beide groepen. Veel van de loonwerkers ken ik, ladingen zand vervoeren ze op weg naar onze fundering. Boerentrien als ik ben probeer ik zelfs het soort tractor te raden aan het geknetter dat tussen de huizen weerkaatst. ‘Een John Deere’, roep ik om vijf uur in de ochtend, ‘das mien merk!’ Mijn man rolt met zijn ogen en draait zich nukkig om. Ook denk ik met weemoed terug aan de tijd dat wij onze diploma’s vierden. We bevinden ons echter in een andere levensfase, in een andere samenleving. Waar tijd geld is, en geld leidend. Met daar bovenop ego’s die maken dat de motor nóg harder moet ronken en het gaspedaal nog dieper ingetrapt. Voetgangers en fietsers worden in deze straat ook later op de dag op de proef gesteld. Met lijnbussen, bestelwagens, sluipverkeer en aanhangwagens die een halve meter opveren voor het zebrapad. Alsof deze weg nog niet genoeg slachtoffers heeft geëist, in de bloei van hun leven. Ik vrees nieuwe ongelukken. We houden elkaar en ons hart vast.
Binnenkort koelt het af en verhuizen wij terug naar de stilte van de kleine kern. Dan open ik mijn raam weer, en sluit mijn ogen. Helaas ook voor deze onveilige situatie.