Van 2015 tot juli 2020 schreef ik columns voor het Brabants Dagblad. Diverse van deze columns zijn terug te lezen op deze website.
Van 2015 tot juli 2020 schreef ik columns voor het Brabants Dagblad. Diverse van deze columns zijn terug te lezen op deze website.
‘Is het nou mais of zijn dat uien op die akker?’ Dat soort vragen stellen wij elkaar tegenwoordig. Vanaf de fiets die ons via een knooppuntenroute door de Zeeuwse polder leidt.
We zijn vijftig plus, we gedragen ons er overduidelijk naar.
Niks luieren op het strand, uitgaan tot laat en de kater wegslapen tot lunchtijd. Ook de fase ‘als de kinderen het maar leuk hebben…’ laten we achter ons.
Al zijn die absoluut in hun element, zij blijven thuis en dansen op tafel.
Aanvankelijk dachten we snel uitgepraat te zijn, zo met tweeën op vakantie. Maar er blijkt gespreksstof genoeg.
Bovendien krijgen we regelmatig noodoproepen van thuis. Die variëren van ‘Waar liggen mijn scheenbeschermers?’ en ‘Hoe werkt de oven?’ tot ‘Het boodschappenpotje is leeg, kunnen jullie even wat overboeken?’
We wandelen door Zeeuwse dorpjes en maken praatjes met de locals.
‘Hebben jullie een actieve dorpsraad hier?’ en ‘Wat zijn jullie oplossingen om het zware landbouwverkeer uit de kern te weren?’
Overdag fietsten we wat af. De witte pet en geruite blouse, de favoriete vakantie-outfit van onze pa toen hij vijftig was, ontbreekt er nog net aan bij mijn man. Maar verder trappen we samen de degelijkheid tegemoet.
Zijn voetbal- en mijn hardloopmeniscus spelen op. Zelfs op een e-bike. Regelmatig doen we een terrasje aan, vooral om de zwakke accu op te laden en de zadelpijn te verlichten.
Er zijn genoeg leeftijdsgenoten die ons voorbij racen op hun ongemotoriseerde mountainbike. Die festival na festival bezoeken. Of die dansen op Ibiza tot in de vroege ochtend.
Wij niet, vrees ik. Maar de eerstvolgende vakantie zetten ook wij absoluut een tandje bij. Danzij een extra fietsaccu én zadelkussen.